De vier weken van Advent vormen een tijd van inkeer
Op zondag 1 december begint het weer, de Adventstijd. Bij Waldorf Inspiration legt Eveline Clignett het allemaal uit, in De vier weken van Advent:
De herfst met het onstuimige weer komt tot rust, de kracht van de natuur keert langzaam in zichzelf terug en buiten wordt het elke dag donkerder. De stille tijd begint, waarin ook wij mensen naar binnen gaan. Met de start van de adventstijd, kan langzaam het innerlijke licht groeien. Het woord advent komt uit het Latijn. Adventus betekent komst; de komst van het licht op aarde.
Vanuit Duitsland is de traditie van de adventskrans overgewaaid. Een krans met 4 kaarsen siert gedurende de adventstijd het huis en elke adventsweek mag er een kaarsje meer ontstoken worden. Een nieuw ontstoken kaarsje staat symbool voor een nieuwe adventsweek. Op die manier groeit de verwachting en het komende licht van het kerstkindje dat in de kerstnacht geboren wordt. Het licht staat symbool voor de hoop, verdrijft het boze en overwint de donkerheid.
Op vrijescholen begint de adventstijd voor de kleine kinderen met het lopen van de adventsspiraal. Dat is een spiraal van dennengroen met in het midden een grote kaars. Al zachtjes zingend of onder begeleiding van muziek, lopen de kinderen om de beurt de spiraal naar binnen. Zijn ze helemaal naar binnen gekeerd en aangekomen bij de kern, dan steken zij daar hun eigen lichtje aan. Op de terugweg (met de klok mee) mogen de kinderen hun kaarsje een plekje geven in de spiraal. Door het groeiende aantal kaarsjes in de spiraal, groeit het licht.
Lees meer over de Adventstraditie
Deel deze pagina: