Win-win-win creëren voor de landbouw- en voedingssector
‘Het gaat als een speer en bio zit enorm in de lift na een tijdje wat tegenwind ondervonden te hebben, met name in Nederland. Het gemiddelde marktaandeel in Europa is 15%. De ambitie vanuit Brussel is 25%, al over zeven jaar. Dus het gaat nu in zevenmijlsstappen hard vooruit. En de samenleving ontdekt ook wel dat in de voedselsector het oude agri-industriële, intensieve systeem failliet is. Dat je onwaarschijnlijk goedkoop voer kan leveren. Maar als je ondertussen de bodem om zeep helpt, het water vervuilt, de biodiversiteit met 70% laat afnemen en het klimaat naar de filistijnen helpt, dan snapt iedereen wel dat we dringend aan een transitie toe zijn waar biologische landbouw de kraamkamer voor is.’
Dit is het verhaal van Volkert Engelsman, de bekende groene pionier. Over zichzelf zegt hij:
Ik ben Volkert Engelsman, oprichter van EOSTA. In 1990 opgericht, een biologisch fruitbedrijf. Distributie, verpakking, verwerking, et cetera. Allemaal biologisch. Inmiddels marktleider in Europa en ook een inspiratiebron voor de Robin Food Coalitie die we recentelijk hebben opgericht. Een groep van vergelijkbare bedrijven, allemaal koplopers in de foodsector, met name de biologische foodsector. Het idee bij de oprichting van de EOSTA was maximale transparantie in de keten, want voor ons begint duurzaamheid met transparantie.
Als wij niet Wereldbank waren tegengekomen in Zuid-Afrika op het juiste moment, dan was er nooit een bedrijf ontstaan dat we toen Soil & More hebben genoemd. Het uitgangspunt was: hoe kunnen we kunstmest de landbouw uitkrijgen. Want dat is misschien leuk voor wat extra opbrengst, maar verwoestend voor de bodem.
Dus we zagen dat door die kunstmestuitspoeling in het grondwater de rivierdelta helemaal ging verlanden. En de Wereldbank dook daarop om al dat materiaal terug te snoeien. En dat materiaal gebruikten wij om compost van te maken en daarmee kunstmest de delta uit te concurreren. Wat win-win-win was, omdat de boeren hun citrus konden verkopen voor een premie. Ze konden hun aanvullende compost gebruiken en verkopen. En we kregen daar bovendien carbon credits op, die ze ook konden verkopen. Dus het was winstgevend voor de boer, voor de bodem, voor het waterbergend vermogen van die grond, waardoor al die kunstmest niet meer uitspoelde. Dat is een klein voorbeeld van de vele co-creatiesuccesen waar we geen prijzen per se voor gekregen hebben, maar die ik wel als cruciaal voor het bedrijf altijd ervaren heb.
Lees meer bij Het Groene Podium
Deel deze pagina: