De Christengemeenschap
De Christengemeenschap is ontstaan toen jonge theologiestudenten 100 jaar geleden met een indringende vraag leefden. Hoe kunnen na een schokkende wereldoorlog mensen en gemeenschappen waardig hun levensweg oppakken en vervolgen? Het werd ook een vraag naar vernieuwing van het christelijke leven zelf die recht doet aan de zich steeds verder van instituties, nationaliteit, ras en gender emanciperende mensenziel.
Een 45-tal protestantse en katholieke studenten en theologen zijn daartoe in 1922 eenvoudigweg begonnen met het stichten van gemeenten in Duitsland en Zwitserland. Sindsdien vieren de leden in zo’n 300 zelfstandige gemeenten over de hele wereld de zeven vernieuwde sacramenten in hun eigen taal.
De Christengemeenschap kent wereldwijd zelfstandige gemeenten. De leden en overige deelnemers hebben volledige vrijheid van belijdenis en de priesters hebben leervrijheid. De gemeenten zijn regionaal sterk verbonden.
De priesters werken samen en zijn intern georganiseerd. Sommige priesters hebben die organisatie als dagtaak op zich genomen. Die functie heet bij ons bewindsdrager, een vertaling van het bijna onvertaalbare Duitse woord Lenker dat meer met sturen dan be-sturen te maken heeft. Daarnaast vormen wereldwijd zeven van deze bewindsdragers het middelpunt van de priesterkring. Deze Kring van Zeven draagt de spirituele verantwoordelijkheid voor de beweging.
De centrale leiding wordt op dit moment verzorgd vanuit Berlijn. De Christengemeenschap heeft eigen priesteropleidingen. Het priesterschap wordt van het begin af aan vanzelfsprekend ook door vrouwen vervuld en priesters hebben ook vaak relaties, zijn getrouwd en hebben kinderen. Priesters worden uitgezonden naar plaatsen waar een behoefte is aan religieuze vernieuwing en waar voldoende dragende wil aanwezig is.
In de cultische teksten en in het credo van de Christengemeenschap verschijnt de daad van Christus op Golgotha – zijn lijden, dood en opstanding – als de grootste gebeurtenis in de menselijke geschiedenis. De stichters van de Christengemeenschap kwamen met hun vernieuwingsvragen naar Rudolf Steiner, grondlegger van de antroposofie.
Zijn geesteswetenschap bleek de vruchtbare basis voor de uitbreiding en verdieping van de theologie. Ze maakte een nieuwe toegang mogelijk tot Christus, tot zijn openbaringen en de presentatie ervan in vormen die passen bij onze tijd. Het blijkt mensen aan te spreken die Christus zoeken maar vast zijn gelopen op traditionele vormen.
Het middelpunt van het religieuze leven is het sacrament van brood en wijn aan het altaar. Bij ons heet dit mensenwijdingsdienst omdat tot mens wijden is wat daardoor gebeurt.
Website De Christengemeenschap: klik hier